Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. brooch:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor brooch (Engels) in het Zweeds

brooch:

brooch [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the brooch
    brosch
    • brosch [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brooch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brosch brooch
- breastpin; broach
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- clasp

Verwante woorden van "brooch":

  • brooches

Synoniemen voor "brooch":


Verwante definities voor "brooch":

  1. a decorative pin worn by women1
  2. fasten with or as if with a brooch1

Wiktionary: brooch

brooch
noun
  1. jewellery with pin

Cross Translation:
FromToVia
brooch fibula Fibel — eine verzierte Kleiderspange zum Zusammenhalten eines Gewandes