Chum in het Zweeds vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

Engels

Uitgebreide vertaling voor chum (Engels) in het Zweeds

the chum (pal; friend; buddy; comrade; mate; companion; fellow)
kompis
- kompis [-en] zelfstandig naamwoord
the chum (friend; companion; business associate; comrade; partner; pal; buddy; mate; fellow)
vän; kompis; polare; kamrat
- vän zelfstandig naamwoord
- kompis [-en] zelfstandig naamwoord
- polare zelfstandig naamwoord
- kamrat [-en] zelfstandig naamwoord
the chum (companion; mate; partner; pal; friend)
kompis; partner; kompanjon
- kompis [-en] zelfstandig naamwoord
- partner [-en] zelfstandig naamwoord
- kompanjon [-en] zelfstandig naamwoord
the chum (intimate; friend; pal)
förtrogen; vän
- förtrogen zelfstandig naamwoord
- vän zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
förtrogen	chum; friend; intimate; pal
kamrat	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner	best friend; bosom friend; buddy; close friend; companion; confidante; fellow; friend; mate; pal
kompanjon	chum; companion; friend; mate; pal; partner
kompis	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner	buddy; friend; mate; pal
partner	chum; companion; friend; mate; pal; partner	member of the firm; partner
polare	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; mate; pal; partner	bloke; buddy; chap; fellow; friend; lad; man; mate; pal
vän	buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; friend; intimate; mate; pal; partner	buddy; friend; pal
-	Oncorhynchus keta; brother; buddy; chum salmon; crony; pal; sidekick
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bästis	chum; pal

a large Pacific salmon with small spots on its back; an important food fish¹
bait consisting of chopped fish and fish oils that are dumped overboard to attract fish¹
a close friend who accompanies his buddies in their activities¹

Cross Translation:

From	To	Via
• chum	→ kamrat; kompis	↔ Kamerad — ursprünglich: Soldat, mit dem man die Stube teilt; allgemein: Soldat in der eigenen Armee