Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal dazzled

Vertaal dazzled van Engels naar Zweeds

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

dazzled:
- förblindad; förblindat
- bländad
dazzle:
- pråla
Wiktionary:
- dazzle → blända, förblinda, förblända, roffa, råna, röva

Engels

Uitgebreide vertaling voor dazzled (Engels) in het Zweeds

dazzled:

dazzled bijvoeglijk naamwoord

dazzled
förblindad; förblindat
- förblindad bijvoeglijk naamwoord
- förblindat bijvoeglijk naamwoord

dazzled

dazzled
bländad
- bländad

Vertaal Matrix voor dazzled:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
förblindad		infatuation; love blind; puppy love
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bländad	dazzled
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
förblindad	dazzled
förblindat	dazzled

Verwante woorden van "dazzled":

dazzle

Synoniemen voor "dazzled":

blind; unsighted
confused

Verwante definities voor "dazzled":

stupefied or dizzied by something overpowering¹
- I fall back dazzled at beholding myself all rosy red, / At having, I myself, caused the sun to rise.¹
having vision overcome temporarily by or as if by intense light¹
- she shut her dazzled eyes against the sun's brilliance¹

dazzle:

dazzle

dazzle (blaze)
pråla
- pråla

Vertaal Matrix voor dazzle:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	bedazzle; daze
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pråla	blaze; dazzle

Verwante woorden van "dazzle":

dazzled

Synoniemen voor "dazzle":

brightness
bedazzle; daze; blind
amaze; astonish; astound

Verwante definities voor "dazzle":

brightness enough to blind partially and temporarily¹
amaze or bewilder, as with brilliant wit or intellect or skill¹
- Her arguments dazzled everyone¹
- The dancer dazzled the audience with his turns and jumps¹
to cause someone to lose clear vision, especially from intense light¹
- She was dazzled by the bright headlights¹

Wiktionary: dazzle

Cross Translation:

From	To	Via
• dazzle	→ blända; förblinda; förblända	↔ aveugler — rendre aveugle.
• dazzle	→ roffa; råna; röva	↔ ravir — enlever de force, emporter avec violence.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University