Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. destructive:
  2. destruct:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor destructive (Engels) in het Zweeds

destructive:

destructive bijvoeglijk naamwoord

  1. destructive (devastating; ravaged)
    ödeläggande

Vertaal Matrix voor destructive:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
destruktiv destructive
fördärvbringande destructive; fatal; ruinous
tillintetgörande destoying; destructive; withering
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ödeläggande destructive; devastating; ravaged

Verwante woorden van "destructive":


Synoniemen voor "destructive":


Antoniemen van "destructive":


Verwante definities voor "destructive":

  1. causing destruction or much damage1
    • a policy that is destructive to the economy1
    • destructive criticism1

Wiktionary: destructive


Cross Translation:
FromToVia
destructive destruktiv destruktiv — zerstörend, zersetzend

destruct:

destruct werkwoord

  1. destruct (devastate; ruin; eliminate; )
    förstöra
    • förstöra werkwoord (förstör, förstörde, förstört)

Vertaal Matrix voor destruct:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förstöra demolition; destruction
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förstöra destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck attack; blow; botch up; break down; break up; damage; demolish; destroy; devastate; disband; dismantle; drag down; eliminate; erode; exterminate; get down; invalidate; lay waste; liquidate; mess up; muck up; pull down; ruin; spoil; take down; take the edge of; tear down; tear loose; trash; waste; wreck
- destroy
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
förstöra blast

Verwante woorden van "destruct":


Synoniemen voor "destruct":


Verwante definities voor "destruct":

  1. do away with, cause the destruction or undoing of1
  2. destroy (one's own missile or rocket)1
    • The engineers had to destruct the rocket for safety reasons1

Wiktionary: destruct

destruct
verb
  1. to cause the destruction of