Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dicks:
  2. dick:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor dicks (Engels) in het Zweeds

dicks:

dicks [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the dicks (pricks; crackerjacks; cocks; dabs)
    pittar; kukar
    • pittar zelfstandig naamwoord !
    • kukar zelfstandig naamwoord !

Vertaal Matrix voor dicks:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kukar cocks; crackerjacks; dabs; dicks; pricks
pittar cocks; crackerjacks; dabs; dicks; pricks

Verwante woorden van "dicks":


dick:

dick [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the dick (penis; willie; cock; )
    snopp; penis
    • snopp [-en] zelfstandig naamwoord !
    • penis [-en] zelfstandig naamwoord !

dick

  1. dick (prick; cock)
  2. dick (cock)

Vertaal Matrix voor dick:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
penis cock; dick; penis; prick; rod; sod; willie
snopp cock; dick; penis; prick; rod; sod; willie
- cock; gumshoe; hawkshaw; pecker; peter; prick; putz; shaft; tool
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
pitt cock; dick; prick
snorre cock; dick

Verwante woorden van "dick":


Synoniemen voor "dick":


Verwante definities voor "dick":

  1. obscene terms for penis1
  2. someone who is a detective1

Wiktionary: dick

dick
noun
  1. colloquial: penis

Cross Translation:
FromToVia
dick penis; kuk Schwanzumgangssprachlich, derb: Penis