Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. disability:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor disability (Engels) in het Zweeds

disability:

disability [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the disability (handicap; impediment)
    handikapp
  2. the disability (disablement)
    oförmåga; arbetsoförmåga; handikapp
  3. the disability (disablement)
    arbetsoförmåga; invaliditet

Vertaal Matrix voor disability:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbetsoförmåga disability; disablement disablement; inability to work; incapacity for work
handikapp disability; disablement; handicap; impediment; physical defect handicaps
invaliditet disability; disablement
oförmåga disability; disablement incapability; incapacity; incompetence
- disablement; handicap; impairment

Verwante woorden van "disability":


Synoniemen voor "disability":


Verwante definities voor "disability":

  1. the condition of being unable to perform as a consequence of physical or mental unfitness1
    • reading disability1

Wiktionary: disability


Cross Translation:
FromToVia
disability sjuka; sjukdom; svaghet infirmitéaffection congénitale ou accidentelle qui gêne ou empêcher le fonctionnement de telle ou telle partie de l’organisme.

Verwante vertalingen van disability