Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. donor:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor donor (Engels) in het Zweeds

donor:

donor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the donor (contributor; benefactor; supporter; do-gooder; patron)
    givare; donator
    • givare [-en] zelfstandig naamwoord
    • donator [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the donor
    donator
    • donator [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor donor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donator benefactor; contributor; do-gooder; donor; patron; supporter
givare benefactor; contributor; do-gooder; donor; patron; supporter dealer
- bestower; conferrer; giver; presenter

Verwante woorden van "donor":

  • donors

Synoniemen voor "donor":


Verwante definities voor "donor":

  1. person who makes a gift of property1
  2. (medicine) someone who gives blood or tissue or an organ to be used in another person (the host)1

Wiktionary: donor

donor
noun
  1. one who donates

Verwante vertalingen van donor