Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. farmers:
  2. farmer:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor farmers (Engels) in het Zweeds

farmers:

farmers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the farmers
    bönder

Vertaal Matrix voor farmers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bönder farmers
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
bondebefolkning farmers; farming population

Verwante woorden van "farmers":


farmer:

farmer [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the farmer (agrarian; agriculturist; rancher)
    bonde; jordreformivrare; agrar
  2. the farmer (agricultral worker; cultivator)
    bonde
    • bonde [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor farmer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agrar agrarian; agriculturist; farmer; rancher
bonde agrarian; agricultral worker; agriculturist; cultivator; farmer; rancher agrarian; agriculturist; pawn
jordreformivrare agrarian; agriculturist; farmer; rancher
- granger; husbandman; sodbuster
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
farmare farmer
jordbrukare agriculturist; farmer
lantman farmer
åkerbrukare agriculturalist; farmer

Verwante woorden van "farmer":


Synoniemen voor "farmer":

  • husbandman; granger; sodbuster; creator
  • Farmer; James Leonard Farmer; civil rights leader; civil rights worker; civil rights activist
  • Fannie Farmer; Fannie Merritt Farmer; cook

Verwante definities voor "farmer":

  1. a person who operates a farm1

Wiktionary: farmer

farmer
noun
  1. person who works the land or who keeps livestock

Cross Translation:
FromToVia
farmer bonde Bauer — jemand, der Ackerbau oder Viehhaltung betreibt; Landwirt
farmer lantbrukare; jordbrukare Landwirt — Person, die eine Produktion pflanzlicher und tierischer Erzeugnisse selbständig betreibt
farmer bonde boer — landbouwer
farmer jordbrukare; lantbrukare agriculteurpersonne qui, à titre professionnel, cultiver la terre ou élever des animal destiner à être consommer.

Verwante vertalingen van farmers