Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fibber:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fibber (Engels) in het Zweeds

fibber:

fibber [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fibber (arrant cheat; liar; arrant liar; )
    lögnare; skojare; bedragare; mytoman

Vertaal Matrix voor fibber:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedragare arch deceiver; arrant cheat; arrant liar; consummate liar; fibber; habitual liar; liar cheat; cheats; circumventer; con man; con men; crook; deceiters; deceiver; dissembler; fiddlers; frauds; imposter; misleader; swindler; swindlers; twister
lögnare arch deceiver; arrant cheat; arrant liar; consummate liar; fibber; habitual liar; liar liar
mytoman arch deceiver; arrant cheat; arrant liar; consummate liar; fibber; habitual liar; liar
skojare arch deceiver; arrant cheat; arrant liar; consummate liar; fibber; habitual liar; liar baddie; blackguard; bungler; cheats; comedians; comics; con men; deceiters; fiddler; fiddlers; flatterers; frauds; good for nothing; humbugs; jokers; knave; muddler; naughty boy; naughty child; queer chap; queer fellow; rascal; rascals; rats; rogue; scamps; scoundrel; slyboots; smooth operators; swindlers; wag
- fabricator; storyteller

Verwante woorden van "fibber":

  • fibbers

Synoniemen voor "fibber":


Verwante definities voor "fibber":

  1. someone who tells lies1

Wiktionary: fibber


Cross Translation:
FromToVia
fibber skojare Schwindler — jemand, der lügt, täuscht, blufft oder betrügt