Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. forefather:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor forefather (Engels) in het Zweeds

forefather:

forefather [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the forefather (ancestor)
    förfader
  2. the forefather (ancestor)
    förfader; stamfader
  3. the forefather (ancestor)
    förfader; anfader

Vertaal Matrix voor forefather:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anfader ancestor; forefather
förfader ancestor; forefather ancestor; patriarch; predecessor; progenitor
stamfader ancestor; forefather progenitor
- father; sire

Verwante woorden van "forefather":


Synoniemen voor "forefather":


Verwante definities voor "forefather":

  1. the founder of a family1
    • keep the faith of our forefathers1
  2. person from an earlier time who contributed to the tradition shared by some group1
    • our forefathers brought forth a great nation1

Wiktionary: forefather

forefather
noun
  1. ancestor

Cross Translation:
FromToVia
forefather förfader voorvader — familie|nld mannelijk persoon van wie een volk, een clan of een familie afstamt.
forefather förfader Ahngehoben, meist Plural: Vorfahr, (Plural) Vorfahren einer Gruppe oder eines Volkes