Engels

Uitgebreide vertaling voor fringe (Engels) in het Zweeds

fringe:

fringe [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fringe (bang)
    pannlugg
  2. the fringe (frills; trimmings; ravel; trimming)
    fransar
  3. the fringe (lace; border; rim; )
    band; spets; snodd; snöre
    • band [-ett] zelfstandig naamwoord
    • spets [-en] zelfstandig naamwoord
    • snodd [-en] zelfstandig naamwoord
    • snöre [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. the fringe (trim; border; trimming)
    kant; krage; brädd
    • kant [-en] zelfstandig naamwoord
    • krage [-en] zelfstandig naamwoord
    • brädd [-en] zelfstandig naamwoord

fringe werkwoord

  1. fringe (hem; seam; border; edge)
    kanta; fålla; förse med söm
    • kanta werkwoord (kantar, kantade, kantat)
    • fålla werkwoord (fållar, fållade, fållat)
    • förse med söm werkwoord (förser med söm, försåg med söm, försett med söm)

Vertaal Matrix voor fringe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
band border; braid; fringe; lace; ribbon; rim; tress; trimming association; audiotape; band; bands; bond; cassette; cassette-tape; connection; cords; junction; laces; liaison; link; magnetic tape; orchestra; order; recording tape; relation; relationship; ribbon; ribbons; ropes; strap; strings; strip; tape; tapes
brädd border; fringe; trim; trimming
fransar frills; fringe; ravel; trimming; trimmings fringes
fålla cage; kennel; pen; pig-sty; rabbit-hutch
kant border; fringe; trim; trimming corner; edge; margin; rim; side; skirting
krage border; fringe; trim; trimming collar; necklet
pannlugg bang; fringe
snodd border; braid; fringe; lace; ribbon; rim; tress; trimming laces; ropes
snöre border; braid; fringe; lace; ribbon; rim; tress; trimming chord; cord; edging; laces; line; passementerie; ropes; string; trimming
spets border; braid; fringe; lace; ribbon; rim; tress; trimming apex; climax; crest; culmination; front line; highest point; lace; lace cloth; lace-making; lacework; mountain top; peak; pike; pinnacle; point; result; spike; spitz; summit; termination; tip; top; vanguard; vertex; zenith
- bang; interference fringe; outer boundary; outskirt; periphery
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fålla border; edge; fringe; hem; seam hem
förse med söm border; edge; fringe; hem; seam
kanta border; edge; fringe; hem; seam border; edge; trim
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
bryn edge; fringe; verge
frans fringe
utkant border; fringe; ouskirts border
utmark fringe; outlying land outlying land
ytterkant fringe; outer edge; verge
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snodd bent; broken; kinked; snapped
spets lace; of lace

Verwante woorden van "fringe":


Synoniemen voor "fringe":


Verwante definities voor "fringe":

  1. an ornamental border consisting of short lengths of hanging threads or tassels1
  2. a border of hair that is cut short and hangs across the forehead1
  3. a social group holding marginal or extreme views1
    • members of the fringe believe we should be armed with guns at all times1
  4. a part of the city far removed from the center1
  5. one of the light or dark bands produced by the interference and diffraction of light1
  6. the outside boundary or surface of something1
  7. decorate with or as if with a surrounding fringe1
    • fur fringed the hem of the dress1
  8. adorn with a fringe1
    • The weaver fringed the scarf1

Wiktionary: fringe

fringe
noun
  1. non-mainstream theatre
  2. part of the hair
  3. the periphery of a city
  4. peripheral part
adjective
  1. outside the mainstream

Verwante vertalingen van fringe