Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. grandmother:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor grandmother (Engels) in het Zweeds

grandmother:

grandmother [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the grandmother (granny; grandma)
    mormor; farmor
    • mormor zelfstandig naamwoord
    • farmor [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor grandmother:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
farmor grandma; grandmother; granny
mormor grandma; grandmother; granny
- gran; grandma; grannie; granny; nan; nanna

Verwante woorden van "grandmother":

  • grandmothers

Synoniemen voor "grandmother":


Verwante definities voor "grandmother":

  1. the mother of your father or mother1

Wiktionary: grandmother

grandmother
noun
  1. mother of someone's parent

Cross Translation:
FromToVia
grandmother mormor; farmor oma — de moeder van een ouder
grandmother mormor; farmor grootmoeder — een moeder van een ouder
grandmother farmor; mormor GroßmutterMutter des Vaters oder der Mutter
grandmother mormor; farmor Omafamiliär: Großmutter; Mutter des Vaters oder der Mutter
grandmother farmor; mormor aïeule — Féminin singulier d’aïeul ; grand-mère.
grandmother farmor; mormor grand-mère — Mère du père ou de la mère d’une personne.

Verwante vertalingen van grandmother