Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. grudge:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor grudge (Engels) in het Zweeds

grudge:

grudge [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the grudge (rancour; resentment; spite; )
    avund; missunsamhet; agg; ovilja; groll
    • avund [-en] zelfstandig naamwoord
    • missunsamhet zelfstandig naamwoord
    • agg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • ovilja [-en] zelfstandig naamwoord
    • groll [-ett] zelfstandig naamwoord

grudge

  1. grudge (begrudge; envy)

Vertaal Matrix voor grudge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agg grudge; ill-will; pique; rancor; rancour; resentment; spite
avund grudge; ill-will; pique; rancor; rancour; resentment; spite envy; jealousy
groll grudge; ill-will; pique; rancor; rancour; resentment; spite
missunsamhet grudge; ill-will; pique; rancor; rancour; resentment; spite
ovilja grudge; ill-will; pique; rancor; rancour; resentment; spite
- grievance; score
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- stew
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
missunna begrudge; envy; grudge

Verwante woorden van "grudge":

  • grudges

Synoniemen voor "grudge":


Verwante definities voor "grudge":

  1. a resentment strong enough to justify retaliation1
    • holding a grudge1
  2. accept or admit unwillingly1
  3. bear a grudge; harbor ill feelings1

Wiktionary: grudge


Cross Translation:
FromToVia
grudge agg; groll Grollgehoben: lang anhaltender, aber stiller Zorn, versteckter Hass, verborgene Feindschaft
grudge agg; groll; ovilja rancune — Ressentiment tenace, sentiment profond de mal-être, ...

Verwante vertalingen van grudge