Income in het Zweeds vertaald uit het Engels

income [the ~] zelfstandig naamwoord

the income (receivings; merits; salary)
inkomst
- inkomst [-en] zelfstandig naamwoord
the income (salary; wage; pay)
lön; inkomst; betalning
- lön [-en] zelfstandig naamwoord
- inkomst [-en] zelfstandig naamwoord
- betalning [-en] zelfstandig naamwoord
the income (fruits of labour; salary; wages)
inkomst; frukten av ens arbete
- inkomst [-en] zelfstandig naamwoord
- frukten av ens arbete zelfstandig naamwoord
the income (salary; wage; payment; allowance; fee; wages; compensation; pay)
lön; inkomst; betalning; avlöning
- lön [-en] zelfstandig naamwoord
- inkomst [-en] zelfstandig naamwoord
- betalning [-en] zelfstandig naamwoord
- avlöning [-en] zelfstandig naamwoord
the income (compensation; remuneration; fee; payment; salary)
ersättning; lön; kompensation
- ersättning [-en] zelfstandig naamwoord
- lön [-en] zelfstandig naamwoord
- kompensation [-en] zelfstandig naamwoord

income

income
intäkt
- intäkt
income
inkomster
- inkomster

Vertaal Matrix voor income:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avlöning	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	pay; salary; wage
betalning	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; salary; wage; wages	account; compensation; fee; pay; pay-off; paying off; paying up; payload; payment; payment in full; salary; settlement; settlement of an account; wages
ersättning	compensation; fee; income; payment; remuneration; salary	compensation; compensations; deputies; deputizing; indemnification; indemnifications; indemnities; indemnity; palliative; permutation; recoupment; refund; reimbursement; repayment; replacement; restitution; restoration; retrocession; return; smart-money; substitute; substitutes; substitution; surrogate; transposition
frukten av ens arbete	fruits of labour; income; salary; wages
inkomst	allowance; compensation; fee; fruits of labour; income; merits; pay; payment; receivings; salary; wage; wages
kompensation	compensation; fee; income; payment; remuneration; salary	amends; compensating for; compensation; compensations; indemnification; indemnifications; indemnities; indemnity; recoupment; reimbursement; repayment; restitution; smart-money
lön	allowance; compensation; fee; income; pay; payment; remuneration; salary; wage; wages	compensation; pay; pay-off; payment; remuneration; requital; retaliation; retribution; salary; wage
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
intäkt		revenue
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
inkomster	income
intäkt	income	revenue

Synoniemen voor "income":

financial gain

Antoniemen van "income":

outgo

Verwante definities voor "income":

the financial gain (earned or unearned) accruing over a given period of time¹
Revenue from the sale of products and services to your customers.²

Wiktionary: income

income

noun

Money one earns by working or by capitalising on the work of others
- income → inkomst

Cross Translation:

From	To	Via
• income	→ inkomst	↔ Einkommen — das Geld, das jemand in einem bestimmten Zeitraum bekommt, meist als Lohn, Gehalt oder als Gewinn aus Geschäften; Einkünfte
• income	→ uppbörd	↔ recette — Ce qui est reçu, ce qui rentre en espèces, en valeurs

Vertaal income van Engels naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor income (Engels) in het Zweeds

income:

income [the ~] zelfstandig naamwoord

the income (receivings; merits; salary)

the income (salary; wage; pay)

the income (fruits of labour; salary; wages)

the income (salary; wage; payment; allowance; fee; wages; compensation; pay)

the income (compensation; remuneration; fee; payment; salary)

income

income

income

Vertaal Matrix voor income:

Synoniemen voor "income":

Antoniemen van "income":

Verwante definities voor "income":

Wiktionary: income

Verwante vertalingen van income