Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. insolvency:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor insolvency (Engels) in het Zweeds

insolvency:

insolvency [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the insolvency (insolvent)
    insolvent
  2. the insolvency (destitution)
    brist; nöd; armod; obestånd
    • brist [-en] zelfstandig naamwoord
    • nöd [-en] zelfstandig naamwoord
    • armod [-ett] zelfstandig naamwoord
    • obestånd zelfstandig naamwoord

insolvency

  1. insolvency

Vertaal Matrix voor insolvency:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
armod destitution; insolvency depravedness; deprivedness; destituteness; harbourless; poorness; seediness; shabbiness
brist destitution; insolvency absence; ailment; deficiency; failing; famine; flaw; imperfection; infirmity; lack; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; shortcoming; stockout; tightness; want
insolvent insolvency; insolvent
nöd destitution; insolvency
obestånd destitution; insolvency
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
insolvens insolvency
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
insolvent insolvent

Verwante woorden van "insolvency":


Synoniemen voor "insolvency":

  • financial condition; economic condition

Antoniemen van "insolvency":


Verwante definities voor "insolvency":

  1. the lack of financial resources1

Wiktionary: insolvency


Cross Translation:
FromToVia
insolvency insolvens InsolvenzKonsequenz der Zahlungsunfähigkeit