Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. interruption:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor interruption (Engels) in het Zweeds

interruption:

interruption [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the interruption (intrusion)
    avbrott; avbrytande
  2. the interruption (interference; intervention; severance; meddling)
    avbrott; inbrytande
  3. the interruption (intermission)
    uppehåll; avbrott; paus; avbrytande

interruption

  1. interruption

Vertaal Matrix voor interruption:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avbrott interference; intermission; interruption; intervention; intrusion; meddling; severance IRQ; break; destruction; intermission; interrupt; interrupt request; interval; pause; playtime; recess
avbrytande intermission; interruption; intrusion calling off
inbrytande interference; interruption; intervention; meddling; severance
paus intermission; interruption break; half-time score; interlude; intermission; interval; intervals; pause; pauses; recess; rest; rest-break; stop; wait
uppehåll intermission; interruption break; intermission; interval; pause
- break; disruption; gap; intermission; pause; suspension
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
intermission interruption

Verwante woorden van "interruption":

  • interruptions

Synoniemen voor "interruption":


Verwante definities voor "interruption":

  1. an act of delaying or interrupting the continuity1
  2. some abrupt occurrence that interrupts an ongoing activity1
    • the telephone is an annoying interruption1
  3. a time interval during which there is a temporary cessation of something1

Wiktionary: interruption


Cross Translation:
FromToVia
interruption avbrott onderbreking — een tijdelijk staken van activiteit door een onverwachte gebeurtenis
interruption interruption; avbrott Interruptionallgemein: Unterbrechung, Störung
interruption avbrott; uppehåll interruptionaction d’interrompre ou état de ce qui est interrompu.

Verwante vertalingen van interruption