Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ion:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor ion (Engels) in het Zweeds

ion:

ion [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the ion
    ion
    • ion zelfstandig naamwoord

ion

  1. ion

Vertaal Matrix voor ion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ion ion
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
jon ion

Verwante woorden van "ion":

  • ions

Synoniemen voor "ion":


Verwante definities voor "ion":

  1. a particle that is electrically charged (positive or negative); an atom or molecule or group that has lost or gained one or more electrons1

Wiktionary: ion

ion
noun
  1. atom or group of atoms bearing an electrical charge

Cross Translation:
FromToVia
ion jon IonPhysik, Chemie: elektrisch geladenes Teilchen
ion jon ion — Atome chargé