Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. norms:
  2. norm:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor norms (Engels) in het Zweeds

norms:

norms [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the norms (averages)
    medel; genomsnitt; medeltal

Vertaal Matrix voor norms:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
genomsnitt averages; norms average; cross-cut; section
medel averages; norms devices; mottos; resource
medeltal averages; norms
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
medel medium

Verwante woorden van "norms":


norm:

norm [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the norm (standard; measure)
    standard; norm
    • standard [-en] zelfstandig naamwoord
    • norm [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor norm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
norm measure; norm; standard criterion; reagent; standard; test; touchstone
standard measure; norm; standard standard
- average

Verwante woorden van "norm":


Synoniemen voor "norm":


Verwante definities voor "norm":

  1. a statistic describing the location of a distribution1
    • it set the norm for American homes1
  2. a standard or model or pattern regarded as typical1
    • the current middle-class norm of two children per family1

Wiktionary: norm

norm
noun
  1. in analysis
  2. that which is normal

Cross Translation:
FromToVia
norm norm normerègle, loi directrice, type, standard.

Verwante vertalingen van norms