Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal obliging

Vertaal obliging van Engels naar Zweeds

Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. obliging:
  2. oblige:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor obliging (Engels) in het Zweeds

obliging:

obliging bijvoeglijk naamwoord

  1. obliging (friendly; kind; kindly)
    vänlig; vänligt
  2. obliging (helpful; attentive; complaisant; assistent)
    hjälpsam; tjänstvillig; beredvilligt; hjälpsamt; tjänstvilligt
  3. obliging
    förekommande; tillmötesgående; förbindligt; tjänstvilligt
  4. obliging
    förbindande
  5. obliging
    förekommande; tillmötesgående; tjänstvilligt
  6. obliging (pliant; approachable; responsive; )
    smidig; smidigt; böjligt; eftergiven; eftergivet
  7. obliging (servient; tractable; willing)
    tjänstvillig; fogligt; foglig; följsamt; tjänstvilligt
  8. obliging (considerate)
    behjälplig
  9. obliging (accommodating; submissive; compliant; )
    fogligt; flexibelt; följsam; foglig; följsamt
  10. obliging (willing; lenient; readiness; ready)
    villig; villigt
  11. obliging (well bred; polite; well-mannered; )
    väluppfostrat; artig; artigt

obliging

  1. obliging (ready to render service)
    tjänstaktig

Vertaal Matrix voor obliging:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillmötesgående friendliness; obligingness
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tjänstvillig be obliging
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smidig approachable; complaisant; forward; graciously; obliging; pliable; pliant; responsive flexible; hassle-free; pliant; smooth; supple; yielding
- complaisant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smidigt approachable; complaisant; forward; graciously; obliging; pliable; pliant; responsive easily; elastic; flexible; limber; lithe; pliant; resilient; smooth; supple; yielding
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
beredvilligt readily; willingly
tjänstaktig obliging; ready to render service
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
artig chivalrous; civil; complaisant; courteous; courtly; forward; mannerly; obliging; pliable; pliant; polite; responsive; well bred; well educated; well-educated; well-mannered civil
artigt chivalrous; civil; complaisant; courteous; courtly; forward; mannerly; obliging; pliable; pliant; polite; responsive; well bred; well educated; well-educated; well-mannered civil; clean; courteous; courtly; decent; fair; honest; mannerly; polite; reputable; respectable; virtuous; well-mannered; worthy
behjälplig considerate; obliging instrumental
beredvilligt assistent; attentive; complaisant; helpful; obliging sympathetic; willing; willingly
böjligt approachable; complaisant; forward; graciously; obliging; pliable; pliant; responsive flexible; limber; lithe; malleable; mouldable; pliable; pliant; supple; yielding
eftergiven approachable; complaisant; forward; graciously; obliging; pliable; pliant; responsive
eftergivet approachable; complaisant; forward; graciously; obliging; pliable; pliant; responsive malleable; mouldable; pliable
flexibelt accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding flexible; plastic; pliable; supple
foglig accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding amenable; calm; docile; humble; kneadable; malleable; meek; mouldable; plastic; pliable; resigned; slavishly; submissive; workable
fogligt accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding amenable; calm; docile; humble; kneadable; malleable; meek; mouldable; plastic; pliable; resigned; slavishly; submissive; workable
följsam accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding
följsamt accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding
förbindande obliging connecting; joining
förbindligt obliging affable; amiable; benign; bland; conciliatory; friendly; honeyed; pleasant; suave; taking
förekommande obliging affable; amiable; benign; bland; friendly; taking
hjälpsam assistent; attentive; complaisant; helpful; obliging
hjälpsamt assistent; attentive; complaisant; helpful; obliging
tillmötesgående obliging
tjänstvillig assistent; attentive; complaisant; helpful; obliging; servient; tractable; willing
tjänstvilligt assistent; attentive; complaisant; helpful; obliging; servient; tractable; willing sympathetic; willing
villig lenient; obliging; readiness; ready; willing most willingly; ready; sympathetic; very gladly; very willingly; willing
villigt lenient; obliging; readiness; ready; willing ready; sympathetic; willing
väluppfostrat chivalrous; civil; complaisant; courteous; courtly; forward; mannerly; obliging; pliable; pliant; polite; responsive; well bred; well educated; well-educated; well-mannered courtly; mannerly; well raised; well-mannered
vänlig friendly; kind; kindly; obliging affable; affectionate; amiable; amicable; amicably; benign; bland; cordial; courteous; courtly; friendly; genial; hearty; jovial; kind; kindly; nice; pleasant; polite; taking; warm; warm-hearted
vänligt friendly; kind; kindly; obliging affable; affectionate; amiable; amicable; benevolent; benign; bland; brotherly; charming; cordial; courteous; courtly; fraternal; friendly; genial; good-natured; hearty; jovial; kind; lovable; lovely; mild; nice; pleasant; polite; sweet; taking; warm; warm-hearted

Verwante woorden van "obliging":


Synoniemen voor "obliging":


Verwante definities voor "obliging":

  1. showing a cheerful willingness to do favors for others1
    • the obliging waiter was in no hurry for us to leave1

Wiktionary: obliging

Cross Translation:
FromToVia
• obliging → tjänstvillig; tillmötesgående ↔ gefällig — jemandem einen Dienst (Gefallen) erweisend

obliging vorm van oblige:

to oblige werkwoord (obliges, obliged, obliging)

  1. to oblige
    förplikta
    • förplikta werkwoord (förpliktar, förpliktade, förpliktat)
  2. to oblige (force; compel; coerce)
    tvinga; forcera
    • tvinga werkwoord (tvingar, tvingade, tvingat)
    • forcera werkwoord (forcerar, forcerade, forcerat)
  3. to oblige (compel; force; oblige to)
    tvinga
    • tvinga werkwoord (tvingar, tvingade, tvingat)
  4. to oblige (accomodate; be of help; help; extend the hand; make oneself useful)
    hjälpa till; förse; tillgodose; utrusta
    • hjälpa till werkwoord (hjälper till, hjälpte till, hjälpt till)
    • förse werkwoord (förser, försåg, försett)
    • tillgodose werkwoord (tillgodoser, tillgodoste, tillgodoset)
    • utrusta werkwoord (utrustar, utrustade, utrustat)
  5. to oblige (oblige to; compel; force)
    driva; tvinga; förmå; förpliktiga
    • driva werkwoord (driver, drev, drivit)
    • tvinga werkwoord (tvingar, tvingade, tvingat)
    • förmå werkwoord (förmår, förmådde, förmått)
    • förpliktiga werkwoord (förpliktigar, förpliktigade, förpliktigat)

Conjugations for oblige:

present
  1. oblige
  2. oblige
  3. obliges
  4. oblige
  5. oblige
  6. oblige
simple past
  1. obliged
  2. obliged
  3. obliged
  4. obliged
  5. obliged
  6. obliged
present perfect
  1. have obliged
  2. have obliged
  3. has obliged
  4. have obliged
  5. have obliged
  6. have obliged
past continuous
  1. was obliging
  2. were obliging
  3. was obliging
  4. were obliging
  5. were obliging
  6. were obliging
future
  1. shall oblige
  2. will oblige
  3. will oblige
  4. shall oblige
  5. will oblige
  6. will oblige
continuous present
  1. am obliging
  2. are obliging
  3. is obliging
  4. are obliging
  5. are obliging
  6. are obliging
subjunctive
  1. be obliged
  2. be obliged
  3. be obliged
  4. be obliged
  5. be obliged
  6. be obliged
diverse
  1. oblige!
  2. let's oblige!
  5. obliged
  6. obliging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

oblige

  1. oblige (meet)
    tillmötesgå

Vertaal Matrix voor oblige:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
forcera force; pressing on
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
driva compel; force; oblige; oblige to caulk; drive; excite; force; incite; make a fool of; operate; ride; ridicule; scoff at; sneer; stimulate; stress; taunt; urge on
forcera coerce; compel; force; oblige
förmå compel; force; oblige; oblige to induce
förplikta oblige
förpliktiga compel; force; oblige; oblige to
förse accomodate; be of help; extend the hand; help; make oneself useful; oblige deliver; dispense; furnish; give; hand over to; provide; supply
hjälpa till accomodate; be of help; extend the hand; help; make oneself useful; oblige assist; help; help out
tillgodose accomodate; be of help; extend the hand; help; make oneself useful; oblige
tvinga coerce; compel; force; oblige; oblige to enforce; force
utrusta accomodate; be of help; extend the hand; help; make oneself useful; oblige endow; equip; fit out; gift; kit out; prepare; present; rig out
- accommodate; bind; compel; hold; obligate
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillmötesgå meet; oblige

Verwante woorden van "oblige":


Synoniemen voor "oblige":


Antoniemen van "oblige":

  • disoblige

Verwante definities voor "oblige":

  1. bind by an obligation; cause to be indebted1
  2. provide a service or favor for someone1
    • We had to oblige him1
  3. force somebody to do something1

Wiktionary: oblige

Cross Translation:
FromToVia
• oblige → tränga sig in; framtvingas ↔ imposer — Traductions à trier suivant le sens
• oblige → förplikta; tvinga ↔ obliger — Mettre quelqu’un dans l’obligation de faire ou de dire quelque chose. (Sens général).

Verwante vertalingen van obliging







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0617 seconde
Page rendered in 1.0 seconds