Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. onlooker:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor onlooker (Engels) in het Zweeds

onlooker:

onlooker [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the onlooker (observer)
    betraktare; iakttagare; observatör
  2. the onlooker (looker-on; observer; watcher; spectator; viewer)
    åskådare

Vertaal Matrix voor onlooker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betraktare observer; onlooker contemplator
iakttagare observer; onlooker observers
observatör observer; onlooker observer
åskådare looker-on; observer; onlooker; spectator; viewer; watcher audience; bystander; public; spectator; spectators; witness
- looker-on

Verwante woorden van "onlooker":

  • onlookers

Synoniemen voor "onlooker":


Verwante definities voor "onlooker":

  1. someone who looks on1

Wiktionary: onlooker

onlooker
noun
  1. a spectator

Cross Translation:
FromToVia
onlooker åskådare spectateur — Qui est témoin oculaire (sens général)