Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal rebuilding

Vertaal rebuilding van Engels naar Zweeds

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

rebuilding:
- ombyggnad; återuppbyggnad; rekonstruktion
rebuild:
- ombyggnad; bygga om; återuppbygga
Wiktionary:
- rebuilding → nybygge

Engels

Uitgebreide vertaling voor rebuilding (Engels) in het Zweeds

rebuilding:

rebuilding [the ~] zelfstandig naamwoord

the rebuilding
ombyggnad
- ombyggnad [-en] zelfstandig naamwoord
the rebuilding
återuppbyggnad
- återuppbyggnad [-en] zelfstandig naamwoord
the rebuilding (reconstruction; redevelopment)
rekonstruktion; återuppbyggnad
- rekonstruktion [-en] zelfstandig naamwoord
- återuppbyggnad [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rebuilding:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ombyggnad	rebuilding
rekonstruktion	rebuilding; reconstruction; redevelopment
återuppbyggnad	rebuilding; reconstruction; redevelopment
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ombyggnad		rebuild; reconstruct

Verwante woorden van "rebuilding":

rebuild

Synoniemen voor "rebuilding":

reconstruction

Verwante definities voor "rebuilding":

building again¹

Wiktionary: rebuilding

Cross Translation:

From	To	Via
• rebuilding	→ nybygge	↔ Neubau — die Tätigkeit des neubauen

rebuild:

to rebuild werkwoord (rebuilds, rebuilded, rebuilding)

to rebuild (reconstruct)
ombyggnad
- ombyggnad werkwoord (ombyggnar, ombyggnade, ombyggnat)
to rebuild (reconstruct)
bygga om
- bygga om werkwoord (bygger om, byggde om, byggt om)
to rebuild (convert)
återuppbygga
- återuppbygga werkwoord (återuppbygger, återuppbyggde, återuppbyggt)

Conjugations for rebuild:

present

rebuild
rebuild
rebuilds
rebuild
rebuild
rebuild

simple past

rebuilded
rebuilded
rebuilded
rebuilded
rebuilded
rebuilded

present perfect

have rebuilded
have rebuilded
has rebuilded
have rebuilded
have rebuilded
have rebuilded

past continuous

was rebuilding
were rebuilding
was rebuilding
were rebuilding
were rebuilding
were rebuilding

future

shall rebuild
will rebuild
will rebuild
shall rebuild
will rebuild
will rebuild

continuous present

am rebuilding
are rebuilding
is rebuilding
are rebuilding
are rebuilding
are rebuilding

subjunctive

be rebuilded
be rebuilded
be rebuilded
be rebuilded
be rebuilded
be rebuilded

diverse

rebuild!
let's rebuild!
rebuilded
rebuilding

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor rebuild:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ombyggnad		rebuilding
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bygga om	rebuild; reconstruct	convert
ombyggnad	rebuild; reconstruct
återuppbygga	convert; rebuild
-	reconstruct

Verwante woorden van "rebuild":

rebuilding

Synoniemen voor "rebuild":

reconstruct; construct; build; make

Verwante definities voor "rebuild":

build again¹
- The house was rebuild after it was hit by a bomb¹
To recompile the source versions in order to produce a named set of deliverables (software components).²