Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. revel:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor revel (Engels) in het Zweeds

revel:

revel werkwoord

  1. revel (be on the razzle; going out; feast; be on the spree)
    vara ute och festa; rumla; ruckla
    • vara ute och festa werkwoord (är ute och festa, var ute och festa, varit ute och festa)
    • rumla werkwoord (rumlar, rumlade, rumlat)
    • ruckla werkwoord (rucklar, rucklade, rucklat)
  2. revel (bathe in; wallow)
    bada i
    • bada i werkwoord (badar i, badade i, badat i)

Vertaal Matrix voor revel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- revelry
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bada i bathe in; revel; wallow
ruckla be on the razzle; be on the spree; feast; going out; revel
rumla be on the razzle; be on the spree; feast; going out; revel
vara ute och festa be on the razzle; be on the spree; feast; going out; revel
- delight; enjoy; jollify; make happy; make merry; make whoopie; racket; wassail; whoop it up

Verwante woorden van "revel":

  • reveling

Synoniemen voor "revel":


Verwante definities voor "revel":

  1. unrestrained merrymaking1
  2. take delight in1
  3. celebrate noisily, often indulging in drinking; engage in uproarious festivities1

Wiktionary: revel

revel
verb
  1. make merry