Tolerant in het Zweeds vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

tolerant:
- tålig; tolerant; tåligt; fördragsamt; fogligt; flexibelt; följsam; foglig; följsamt; fördragsam; fridsam; fridsamt
Wiktionary:
- tolerant → tolerant

Engels

Uitgebreide vertaling voor tolerant (Engels) in het Zweeds

tolerant:

tolerant bijvoeglijk naamwoord

tolerant (lenient; forbearing)
tålig; tolerant; tåligt; fördragsamt
- tålig bijvoeglijk naamwoord
- tolerant bijvoeglijk naamwoord
- tåligt bijvoeglijk naamwoord
- fördragsamt bijvoeglijk naamwoord
tolerant (accommodating; submissive; compliant; complaisant; willing; pliable; servient; yielding; obliging; tractable; flexible; simple to operate; ready)
fogligt; flexibelt; följsam; foglig; följsamt
- fogligt bijvoeglijk naamwoord
- flexibelt bijvoeglijk naamwoord
- följsam bijvoeglijk naamwoord
- foglig bijvoeglijk naamwoord
- följsamt bijvoeglijk naamwoord
tolerant (forbearing; permissive)
fördragsam; fridsam; tåligt; fördragsamt; fridsamt
- fördragsam bijvoeglijk naamwoord
- fridsam bijvoeglijk naamwoord
- tåligt bijvoeglijk naamwoord
- fördragsamt bijvoeglijk naamwoord
- fridsamt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor tolerant:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fridsam		peace; quiet; silence
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	broad; kind; large-minded; liberal; patient of; resistant
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flexibelt	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding	flexible; plastic; pliable; supple
foglig	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding	amenable; calm; docile; humble; kneadable; malleable; meek; mouldable; obliging; plastic; pliable; resigned; servient; slavishly; submissive; tractable; willing; workable
fogligt	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding	amenable; calm; docile; humble; kneadable; malleable; meek; mouldable; obliging; plastic; pliable; resigned; servient; slavishly; submissive; tractable; willing; workable
fridsam	forbearing; permissive; tolerant	calm; peaceable; peaceful; quiet; tranquil
fridsamt	forbearing; permissive; tolerant	calm; peaceable; peaceful; quiet; tranquil
följsam	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding
följsamt	accommodating; complaisant; compliant; flexible; obliging; pliable; ready; servient; simple to operate; submissive; tolerant; tractable; willing; yielding	obliging; servient; tractable; willing
fördragsam	forbearing; permissive; tolerant
fördragsamt	forbearing; lenient; permissive; tolerant
tolerant	forbearing; lenient; tolerant
tålig	forbearing; lenient; tolerant
tåligt	forbearing; lenient; permissive; tolerant

Verwante woorden van "tolerant":

intolerant, tolerantly

Synoniemen voor "tolerant":

unbigoted; charitable; patient
kind; forgiving
broad; large-minded; liberal; broad-minded
resistant; tolerable
patient of; patient

Antoniemen van "tolerant":

intolerant

Verwante definities voor "tolerant":

showing or characterized by broad-mindedness¹
- tolerant of his opponent's opinions¹
tolerant and forgiving under provocation¹
showing the capacity for endurance¹
- injustice can make us tolerant and forgiving¹
able to tolerate environmental conditions or physiological stress¹
- the plant is tolerant of saltwater¹
- these fish are quite tolerant as long as extremes of pH are avoided¹
showing respect for the rights or opinions or practices of others¹

Wiktionary: tolerant

Cross Translation:

From	To	Via
• tolerant	→ tolerant	↔ tolerant — die Ideale anderer akzeptierend

Remove Ads

Vertaal tolerant van Engels naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tolerant (Engels) in het Zweeds

tolerant:

tolerant bijvoeglijk naamwoord

tolerant (lenient; forbearing)

tolerant (accommodating; submissive; compliant; complaisant; willing; pliable; servient; yielding; obliging; tractable; flexible; simple to operate; ready)

tolerant (forbearing; permissive)

Vertaal Matrix voor tolerant:

Verwante woorden van "tolerant":

Synoniemen voor "tolerant":

Antoniemen van "tolerant":

Verwante definities voor "tolerant":

Wiktionary: tolerant