Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. trainee:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor trainee (Engels) in het Zweeds

trainee:

trainee [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the trainee (teacher-trainee; apprentice; student; trainee-teacher)
    praktikant
  2. the trainee (apprentice)
    elev; lärling; aspirant
    • elev [-en] zelfstandig naamwoord
    • lärling [-en] zelfstandig naamwoord
    • aspirant [-en] zelfstandig naamwoord
  3. the trainee (apprentice; pupil; disciple; )
    elev; lärling
    • elev [-en] zelfstandig naamwoord
    • lärling [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trainee:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aspirant apprentice; trainee
elev apprentice; disciple; follower; pupil; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher apprentice; pupil; schoolboy; schoolgirl; student; ward
lärling apprentice; disciple; follower; pupil; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher apprentice; pupil
praktikant apprentice; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher

Verwante woorden van "trainee":


Synoniemen voor "trainee":


Verwante definities voor "trainee":

  1. someone who is being trained1

Wiktionary: trainee


Cross Translation:
FromToVia
trainee lärling; yrkeselev Auszubildender — Person, die eine Lehrvertrag mit einem Ausbildungsbetrieb abgeschlossen hat
trainee lärling Azubiumgangssprachlich: Kurzform für Auszubildender
trainee lärling Azubiumgangssprachlich: Kurzform für Auszubildende
trainee lärling Lehrling — Person, die in eine Lehre absolviert, einen Beruf erlernt

Verwante vertalingen van trainee