Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. transistor:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor transistor (Engels) in het Zweeds

transistor:

transistor

  1. transistor

Vertaal Matrix voor transistor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- electronic transistor; junction transistor
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
transistor transistor

Synoniemen voor "transistor":

  • junction transistor; electronic transistor; semiconductor device; semiconductor unit; semiconductor

Verwante definities voor "transistor":

  1. a semiconductor device capable of amplification1

Wiktionary: transistor

transistor
noun
  1. solid-state semiconductor device, with three terminals
  2. small portable radio

Cross Translation:
FromToVia
transistor transistor transistor — elektrotechniek|nld, elektronica|nld één van de belangrijkste uitvindingen van de twintigste eeuw, halfgeleider die elektrische signalen versterkt. Voorloper van het geïntegreerde circuit en daarmee basiselement van de computer en van internet
transistor transistor TransistorElektrotechnik: aus Halbleitermaterial hergestelltes elektronisches Bauelement, zum Verstärken und Schalten von elektrischen Signalen

Verwante vertalingen van transistor