Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. visitors:
  2. visitor:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor visitors (Engels) in het Zweeds

visitors:

visitors [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the visitors
    besök; gäster
    • besök [-ett] zelfstandig naamwoord
    • gäster zelfstandig naamwoord
  2. the visitors (customers; clients; patrons)
    besökare

Vertaal Matrix voor visitors:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besök visitors guest; hit
besökare clients; customers; patrons; visitors guest
gäster visitors guests

Verwante woorden van "visitors":


visitors vorm van visitor:

visitor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the visitor
    museumbesökare

visitor

  1. visitor (caller)

Vertaal Matrix voor visitor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
museumbesökare visitor
- visitant
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
besökande caller; visitor

Verwante woorden van "visitor":


Synoniemen voor "visitor":


Verwante definities voor "visitor":

  1. someone who visits1

Wiktionary: visitor

visitor
noun
  1. guest
  2. sightseer
  3. players away from home

Cross Translation:
FromToVia
visitor användare Benutzer — Person, die etwas verwendet, gebraucht
visitor användare Benutzer — Registrierter Besucher einer Website
visitor besök Besuch — Person oder Personen, die [1] tätigen
visitor besökare Besucher — jemand, der zu jemandem kommt, um mit ihm zu sprechen, um sich bei ihm aufzuhalten
visitor gäst Gast — Person, die unentgeltlich oder gegen Entgelt beherbergen, bewirten oder befördern wirdWikipedia|Gast
visitor besökande visiteurcelui, celle qui aller voir quelqu’un ou quelque chose.

Verwante vertalingen van visitors