Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor waiting (Engels) in het Zweeds

waiting:

waiting [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the waiting
    väntande
  2. the waiting (being ready)
    vara färdig; väntande

Vertaal Matrix voor waiting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vara färdig being ready; waiting
väntande being ready; waiting
- wait
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ready and waiting
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
avvaktande waiting
bidan time of waiting; waiting
uppassning attendance; waiting

Verwante woorden van "waiting":


Synoniemen voor "waiting":


Verwante definities voor "waiting":

  1. being and remaining ready and available for use1
    • waiting cars and limousines lined the curb1
    • found her mother waiting for them1
  2. the act of waiting (remaining inactive in one place while expecting something)1

waiting vorm van wait:

wait werkwoord

  1. wait (await)
    vänta på; invänta
    • vänta på werkwoord (väntar på, väntade på, väntat på)
    • invänta werkwoord (inväntar, inväntade, inväntat)

wait [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wait (stop)
    väntan; paus
    • väntan zelfstandig naamwoord
    • paus [-en] zelfstandig naamwoord

wait

  1. wait (expect)

Vertaal Matrix voor wait:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paus stop; wait break; half-time score; interlude; intermission; interruption; interval; intervals; pause; pauses; recess; rest; rest-break
vänta på waiting for
väntan stop; wait
- delay; hold; postponement; time lag; waiting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
invänta await; wait
vänta på await; wait wait for
- await; expect; hold back; hold off; look; waitress
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
vänta expect; wait

Verwante woorden van "wait":


Synoniemen voor "wait":


Verwante definities voor "wait":

  1. the act of waiting (remaining inactive in one place while expecting something)1
    • the wait was an ordeal for him1
  2. time during which some action is awaited1
  3. look forward to the probable occurrence of1
    • he is waiting to be drafted1
  4. serve as a waiter or waitress in a restaurant1
    • I'm waiting on tables at Maxim's1
  5. stay in one place and anticipate or expect something1
    • I had to wait on line for an hour to get the tickets1
  6. wait before acting1

Wiktionary: wait

wait
verb
  1. delay until some event

Cross Translation:
FromToVia
wait invänta; avvakta abwarten — (intransitiv) passiv sein und allgemein beobachten
wait vänta warten — (intransitiv) Zeit verstreichen lassen beziehungsweise untätig sein, bis ein bestimmter Zustand eintreffen
wait förvänta; vänta; vänta sig attendre — Ne pas bouger, rester l’on est pour la venue de quelque chose ou de quelqu’un.
wait förväntan attente — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van waiting