Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
- desgraciada:
-
desgraciado:
- Schlemihl; Schwächling; häßliche Kerl; Mißgestalt; Scheusal; Giftnudel; Luder; Schuft; Dreckskerl; Ekel; Rabauke; Widerling; elende Kerl; Schlange; Aas; Lump; Halbblütige; Bastard; Bankert; Prolet; ungehobelte Klotz; Bauer; Flegel; Tölpel; Rülpser; Grobian; ungeschliffene Kerl; elender Kerl; unglückliche; Ärmste; Schlucker; armer Schlucker
- unzureichend; unbefriedigend; unzulänglich; unglücklich; schaudererregend; freudlos; himmelschreiend; furchtbar; grob; grausam; fürchterlich; elend; betrübt; eingehend; gräßlich; einschneidend; empörend; schauderhaft; infam; grauenerregend; traurig; Ich bedauere es nicht!; trübe; trauernd; trüb; trübsinnig; schändlich; skandalös; ungehört; gottverdammt; entsetzlich; unverschämt; abscheulich; schmählich; scheußlich; unerhört; trübselig; unselig; katastrophal; unheilvoll; glücklos; unglückselig; nicht vollwertig; kläglich; jämmerlich; jammervoll
-
Wiktionary:
- desgraciado → unglücklich
- desgraciado → Bastard, Arsch, Mistkerl, katastrophal, gottverdammt, verfickt, verflucht, verdammt, verschissen, Scheiß, unglücklich, arm, erbärmlich
Spaans
Uitgebreide vertaling voor desgraciada (Spaans) in het Duits
desgraciada:
-
la desgraciada (pesado; gilipollas; cabrón; animal; desgraciado)
der Dreckskerl -
la desgraciada (latoso; sinvergüenza; pesado; miserable; mal bicho; mala bestia; desgraciado)
Vertaal Matrix voor desgraciada:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Dreckskerl | animal; cabrón; desgraciada; desgraciado; gilipollas; pesado | agricultor; ala; aldeano; bellaco; bruto; buche; cabrón; cafre; cagajón; cagueta; campesino; capullo; cateto; desgraciado; eructo; gamberro; gilipollas; gilipuertas; gordiflón; gordo; granjero; granuja; grosero; hijo de puta; imbécil; jota; mal educado; maleducado; mastuerzo; mentecato; miserable; paleto; palurdo; patán; pedazo de animal; pedazón; persona torpe; picha; polla; proleta; saco; sodomita; tonto; torpe; tronera; trozón |
Giftnudel | desgraciada; desgraciado; latoso; mal bicho; mala bestia; miserable; pesado; sinvergüenza | boca de escorpión; desgraciado; miserable |
Verwante woorden van "desgraciada":
desgraciado:
-
el desgraciado (pelagatos; pelón)
-
el desgraciado (tipo feo; chucho; monstruo; chinche; birria; antipático; tunante; adefesio; canalla; vicioso; bribón; engendro; esperpento)
-
el desgraciado (miserable)
-
el desgraciado (bastardo; hijo bastardo; bribón)
-
el desgraciado (pesado; gilipollas; cabrón; animal; desgraciada)
der Dreckskerl -
el desgraciado (paleto; gamberro; patán; granjero; palurdo; mastuerzo; proleta; trozón; campesino; torpe; grosero; bruto; maleducado; granuja; miserable; aldeano; mal educado; persona torpe; pedazón)
der Schuft; der Dreckskerl; der Prolet; der Ekel; der ungehobelte Klotz; der Bauer; der Lump; der Flegel; der Tölpel; der Rülpser; der Grobian; der ungeschliffene Kerl; der elender Kerl -
el desgraciado (infeliz; pobre; pobrecito; pobrecita; pobre diablo)
-
el desgraciado (pobrecita; pobrecito; desdichado)
der armer Schlucker -
el desgraciado (latoso; sinvergüenza; pesado; miserable; desgraciada; mal bicho; mala bestia)
-
desgraciado (insatisfactorio; lástima; insuficiente; desagradable; deplorable; no satisfactorio)
unzureichend; unbefriedigend; unzulänglich-
unzureichend bijvoeglijk naamwoord
-
unbefriedigend bijvoeglijk naamwoord
-
unzulänglich bijvoeglijk naamwoord
-
-
desgraciado (desdichado; desafortunado; triste; infortunado; lamentable; deplorable; infeliz; trágico)
unglücklich-
unglücklich bijvoeglijk naamwoord
-
-
desgraciado (afligido; infame; tremendo; horrible; extremo; indigno; terrible; horroroso; bárbaro; deplorable; indignante; alarmante; terrorífico; terriblemente)
schaudererregend; freudlos; himmelschreiend; furchtbar; grob; grausam; fürchterlich; elend; betrübt; eingehend; gräßlich; einschneidend; empörend; schauderhaft; infam; grauenerregend-
schaudererregend bijvoeglijk naamwoord
-
freudlos bijvoeglijk naamwoord
-
himmelschreiend bijvoeglijk naamwoord
-
furchtbar bijvoeglijk naamwoord
-
grob bijvoeglijk naamwoord
-
grausam bijvoeglijk naamwoord
-
fürchterlich bijvoeglijk naamwoord
-
elend bijvoeglijk naamwoord
-
betrübt bijvoeglijk naamwoord
-
eingehend bijvoeglijk naamwoord
-
gräßlich bijvoeglijk naamwoord
-
einschneidend bijvoeglijk naamwoord
-
empörend bijvoeglijk naamwoord
-
schauderhaft bijvoeglijk naamwoord
-
infam bijvoeglijk naamwoord
-
grauenerregend bijvoeglijk naamwoord
-
-
desgraciado (afligido; triste; doloroso; dolorido; quejoso; plañidero; penoso; apenado; miserable; trágico; quejumbroso; lamentable; deplorable; lastimoso; mísero)
traurig; Ich bedauere es nicht!; trübe; trauernd; trüb; trübsinnig-
traurig bijvoeglijk naamwoord
-
Ich bedauere es nicht! bijvoeglijk naamwoord
-
trübe bijvoeglijk naamwoord
-
trauernd bijvoeglijk naamwoord
-
trüb bijvoeglijk naamwoord
-
trübsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
-
desgraciado (escandaloso; tremendo; doloroso; terrible; horroroso; bárbaro; indignante; horrible; extremo; excesivo; abominable; inaudito; indecente; alarmante; trágico; avergonzante; increíblemente; terriblemente; detestable; deshonroso; execrable; incalificable; horrorosamente)
schändlich; skandalös; ungehört; gottverdammt; empörend; furchtbar; entsetzlich; unverschämt; gräßlich; abscheulich; schmählich; fürchterlich; scheußlich; unerhört; himmelschreiend; grauenerregend-
schändlich bijvoeglijk naamwoord
-
skandalös bijvoeglijk naamwoord
-
ungehört bijvoeglijk naamwoord
-
gottverdammt bijvoeglijk naamwoord
-
empörend bijvoeglijk naamwoord
-
furchtbar bijvoeglijk naamwoord
-
entsetzlich bijvoeglijk naamwoord
-
unverschämt bijvoeglijk naamwoord
-
gräßlich bijvoeglijk naamwoord
-
abscheulich bijvoeglijk naamwoord
-
schmählich bijvoeglijk naamwoord
-
fürchterlich bijvoeglijk naamwoord
-
scheußlich bijvoeglijk naamwoord
-
unerhört bijvoeglijk naamwoord
-
himmelschreiend bijvoeglijk naamwoord
-
grauenerregend bijvoeglijk naamwoord
-
-
desgraciado (deprimente; sombrío; sombrear; lastimoso; lamentable; desagradable; horrible; desolado; infame; indeseable; disgustoso)
-
desgraciado (desafortunado; desastroso; catastrófico)
unglücklich; unselig; katastrophal; unheilvoll; glücklos; unglückselig-
unglücklich bijvoeglijk naamwoord
-
unselig bijvoeglijk naamwoord
-
katastrophal bijvoeglijk naamwoord
-
unheilvoll bijvoeglijk naamwoord
-
glücklos bijvoeglijk naamwoord
-
unglückselig bijvoeglijk naamwoord
-
-
desgraciado (minusválido; persona incapacitada; sencillo; deficiente; insuficiente; desdichado; incapacitado; minusvalido; pueril; desprovisto; incompleto; insignificante; inválido; desheredado; simplón; no finalizado; simplote)
nicht vollwertig-
nicht vollwertig bijvoeglijk naamwoord
-
-
desgraciado (atribulado; pobre; triste; lamentable; desagradable; deplorable; de pena; afligido; miserable; funesto; tremendamente; aciago; desastroso; trágico; calamitoso)
kläglich; jämmerlich; jammervoll-
kläglich bijvoeglijk naamwoord
-
jämmerlich bijvoeglijk naamwoord
-
jammervoll bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor desgraciado:
Verwante woorden van "desgraciado":
Synoniemen voor "desgraciado":
Wiktionary: desgraciado
desgraciado
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• desgraciado | → Bastard; Arsch; Mistkerl | ↔ bastard — contemptible etc. person |
• desgraciado | → katastrophal | ↔ rampzalig — op een ramp uitdraaiend |
• desgraciado | → gottverdammt; verfickt; verflucht; verdammt; verschissen; Scheiß | ↔ fils de pute — Équivalent de « putain de » |
• desgraciado | → unglücklich; arm; erbärmlich | ↔ malheureux — Qui porte malheur, qui annonce ou qui cause du malheur. (Sens général) |
Computer vertaling door derden: