Overzicht
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. víctimas:
  2. víctima:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor víctimas (Spaans) in het Engels

víctimas:

víctimas [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la víctimas (animales sacrificadores)
    the sacrificial animals

Vertaal Matrix voor víctimas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sacrificial animals animales sacrificadores; víctimas

Verwante woorden van "víctimas":


víctima:

víctima [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la víctima
    the dupe; the victim
    • dupe [the ~] zelfstandig naamwoord
    • victim [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. la víctima
    the offended; the injured
    • offended [the ~] zelfstandig naamwoord
    • injured [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. la víctima (herido)
    the casualty; the wounded person; the wounded; the injured

víctima [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el víctima (afectado; perjudicado; damnificado)
    the dupe; the harmed; the victim
    • dupe [the ~] zelfstandig naamwoord
    • harmed [the ~] zelfstandig naamwoord
    • victim [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. el víctima (afectado)
    the harmed; the swindled
    • harmed [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swindled [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. el víctima
    the victim
    • victim [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor víctima:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
casualty herido; víctima víctima de un accidente de trafico
dupe afectado; damnificado; perjudicado; víctima
harmed afectado; damnificado; perjudicado; víctima
injured herido; víctima
offended víctima ofendido
swindled afectado; víctima
victim afectado; damnificado; perjudicado; víctima elemento afectado
wounded herido; víctima
wounded person herido; víctima
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dupe abrigar con algo; embalar; encapsular
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
injured dañado; estropeado; hecho jirones; herido; violado
offended herido; insultado; ofendido
wounded dañado; estropeado; hecho jirones; herido; lesionado; violado

Verwante woorden van "víctima":


Synoniemen voor "víctima":


Wiktionary: víctima

víctima
noun
  1. a living creature which is slain and offered as human or animal sacrifice
  2. anyone who is harmed by another
  3. an aggrieved or disadvantaged party in a crime
  4. a person who suffers any other injury, loss, or damage as a result of a voluntary undertaking
  5. an unfortunate person who suffers from a disaster or other adverse circumstance
  6. (Narratology) a character who is conquered or manipulated by a villain

Cross Translation:
FromToVia
víctima victim slachtoffer — iets of iemand die kwalijke gevolgen ondervindt van een gebeurtenis
víctima victim; casualty Opfer — jemand, der durch etwas Schaden erlitten hat
víctima victim; casualty victimecréature vivante offrir en sacrifice à la divinité.