Spaans

Uitgebreide synoniemen voor anzuelo in het Spaans

anzuelo:

anzuelo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el anzuelo
    el anzuelo; el clavo; la clavija
    • anzuelo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • clavo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • clavija [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. el anzuelo
    el anzuelo
    • anzuelo [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. el anzuelo
    el señuelo; el acecho; el anzuelo; el cebo
    • señuelo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • acecho [el ~] zelfstandig naamwoord
    • anzuelo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cebo [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. el anzuelo
    el reclamo; el anzuelo; el cebo; el señuelo; el acecho
    • reclamo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • anzuelo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cebo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • señuelo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • acecho [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. el anzuelo
    el corchete; el gancho; el ganchito; el bichero; la percha; el anzuelo; la escuadra; la aldabilla; el gancho para colgar; el garfio
  6. el anzuelo
    el aguijón; el anzuelo
    • aguijón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • anzuelo [el ~] zelfstandig naamwoord
  7. el anzuelo
    la percha; la horquilla; el gancho; el anzuelo; el garfio; el botador; el ganchito; el bichero; la aldabilla
    • percha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • horquilla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gancho [el ~] zelfstandig naamwoord
    • anzuelo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • garfio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • botador [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ganchito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bichero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • aldabilla [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "anzuelo":

  • anzuelos

Alternatieve synoniemen voor "anzuelo":


Verwante synoniemen voor anzuelo