Home ->Woordenboeken ->Spaans/Spaans ->Vertaal astucia

Synoniemen voor "astucia" in het Spaans

Overzicht
Spaans Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. astucia:

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor astucia in het Spaans

astucia:

astucia [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la astucia
    la astucia; el ardid
    • astucia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ardid [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. la astucia
    la astucia; la sagacidad; la listeza
  3. la astucia
    la astucia; la inteligencia; la agudeza; la perspicacia; la sagacidad; la listeza
  4. la astucia
    la listeza; la agudez; la habilidad; la astucia; la agudeza; la viveza; la sagacidad; la vivacidad; la acritud
    • listeza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agudez [la ~] zelfstandig naamwoord
    • habilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • astucia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agudeza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • viveza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sagacidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vivacidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • acritud [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. la astucia
    la listeza; la inteligencia; la idea; la astucia; la agudeza; la penetración; la perspicacia; el intelecto
  6. la astucia
    la acritud; la habilidad; la astucia; la agudeza; la aspereza; la sagacidad; la listeza; la agudez
    • acritud [la ~] zelfstandig naamwoord
    • habilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • astucia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agudeza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aspereza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sagacidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • listeza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agudez [la ~] zelfstandig naamwoord
  7. la astucia
    la astucia; la viveza; la sagacidad; la listeza
    • astucia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • viveza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sagacidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • listeza [la ~] zelfstandig naamwoord
  8. la astucia
    la habilidad; la astucia; la maldad; la malicia; la falsedad; la fealdad; la listeza; la falsía; la zorrería
    • habilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • astucia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • maldad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • malicia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • falsedad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fealdad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • listeza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • falsía [la ~] zelfstandig naamwoord
    • zorrería [la ~] zelfstandig naamwoord
  9. la astucia
    la trampa; la astucia
    • trampa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • astucia [la ~] zelfstandig naamwoord
  10. la astucia
    la astucia; la malicia; el refinamiento; la sagacidad; la sofisticación; la listeza
  11. la astucia
    la astucia; la inteligencia; la agudeza; la listeza
  12. la astucia
    la habilidad; la astucia; la inteligencia; la agudeza; la perspicacia; la sagacidad; la vivacidad; la listeza
  13. la astucia
    la habilidad; la astucia; la malicia; la listeza; la zorrería
  14. la astucia
    la listeza; la astucia; la sutileza; el refinamiento; la perspicacia; la sagacidad

Verwante woorden van "astucia":

  • astucias

Alternatieve synoniemen voor "astucia":


Verwante synoniemen voor astucia







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0362 seconde
Page rendered in 1.0 seconds