Spaans

Uitgebreide synoniemen voor audacia in het Spaans

audacia:

audacia [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la audacia
    la fuerza; el valor; la hazaña; la dureza; la audacia; la valentía; la robustez; el acto heroico
    • fuerza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • valor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • hazaña [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dureza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • audacia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • valentía [la ~] zelfstandig naamwoord
    • robustez [la ~] zelfstandig naamwoord
    • acto heroico [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. la audacia
    el cojones; la audacia; el coraje; la valentía; la osadía; el atrevimiento; la agallas
  3. la audacia
    el coraje; el cojones; la osadía; la valentía; la audacia
    • coraje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cojones [el ~] zelfstandig naamwoord
    • osadía [la ~] zelfstandig naamwoord
    • valentía [la ~] zelfstandig naamwoord
    • audacia [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. la audacia
    el fanfarronería; la fanfarria; el atrevido; la fanfarronada; la fanfarronadas; la audacia; la pompa; el atrevimiento; la presunción; la bravata; la ostentación; el chirrido; el estridencia; la vanagloria; la jactancia; la fastuosidad; la exageraciones; la temeraridad; la baladronada; la majaderías
  5. la audacia
    la hazaña; la temeridad; la osadía; la audacia; el ímpetu; el atrevimiento; el arrojo; la imprudencia; la frivolidad
  6. la audacia
    la hazaña; la osadía; la audacia; la temeridad; la pieza de bravura

Verwante woorden van "audacia":

  • audacias

Alternatieve synoniemen voor "audacia":