Spaans

Uitgebreide synoniemen voor avaro in het Spaans

avaro:

avaro bijvoeglijk naamwoord

  1. avaro
    avaro; agarrado; exiguo; delgaducho; cáustico; avariento; perseverante; frugal
  2. avaro
    avaro; falso; brusco; agresivo; desabrido; avispado; irritable; cáustico

avaro [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el avaro
    el tacaño; el roñica; el avaro; el mercachifle; el roñoso; el raspador; el rascador; el regateador; el cambalachero; el embrollador
  2. el avaro
    el avaricioso; el avaro
    • avaricioso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • avaro [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. el avaro
    el avaro
    • avaro [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. el avaro
    el avaro; el codicioso; el atesorador

Verwante woorden van "avaro":

  • avara, avaras, avaros

Alternatieve synoniemen voor "avaro":