Spaans

Uitgebreide synoniemen voor bandeja in het Spaans

bandeja:

bandeja [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la bandeja
    la cajita; la bandeja; la tazita; el platillo
    • cajita [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bandeja [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tazita [la ~] zelfstandig naamwoord
    • platillo [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. la bandeja
    la bandeja; la meseta; el altiplano
    • bandeja [la ~] zelfstandig naamwoord
    • meseta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • altiplano [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. la bandeja
    la bandeja
    • bandeja [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. la bandeja
    la corteza; la envoltura; el caparazón; la piel; el peso; el plato; la bandeja; la concha; la capa; el estuche; la funda; la vaina; el tapón; la cáscara; el casquillo; el cubrimiento; la cápsula
    • corteza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • envoltura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • caparazón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • piel [la ~] zelfstandig naamwoord
    • peso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • plato [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bandeja [la ~] zelfstandig naamwoord
    • concha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • capa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • estuche [el ~] zelfstandig naamwoord
    • funda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vaina [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tapón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cáscara [la ~] zelfstandig naamwoord
    • casquillo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cubrimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cápsula [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "bandeja":

  • bandejas

Alternatieve synoniemen voor "bandeja":


Verwante synoniemen voor bandeja