Spaans

Uitgebreide synoniemen voor bien in het Spaans

bien:

bien bijvoeglijk naamwoord

  1. bien
    bueno; bien; justo; correcto; acertado; justamente; exacto; exactamente
  2. bien
    bueno; agradable; grato; ameno; bien; entretenido; cómodo; amable; beneficioso; divertido; conveniente; confortable
  3. bien
    bienaventurado; apetitoso; muy rico; rico; bueno; delicioso; magnífico; gustoso; escogido; bien; sublime; excelente; agradable
  4. bien
    bien; cuidado; limpio; correcto; ordenado; arreglado; decente; esmerado; pulcro; desprotegida; ordenadamente; decentemente; sin vigilancia; bien ordenado
  5. bien
    bien
    • bien bijvoeglijk naamwoord
  6. bien
    no averiado; indemne; bien; entero; íntegro; ileso; intacto; sano y salvo; en buen estado

bien [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bien
    la cosa; el artículo; el bien; el objeto
    • cosa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • artículo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bien [el ~] zelfstandig naamwoord
    • objeto [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. el bien
    el bien; el activo
    • bien [el ~] zelfstandig naamwoord
    • activo [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "bien":


Alternatieve synoniemen voor "bien":


Verwante synoniemen voor bien