Spaans

Uitgebreide synoniemen voor calzada in het Spaans

calzada:

calzada [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la calzada
    el vía; la carretera; la calzada; la pista; el carril; la órbita
    • vía [el ~] zelfstandig naamwoord
    • carretera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • calzada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pista [la ~] zelfstandig naamwoord
    • carril [el ~] zelfstandig naamwoord
    • órbita [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. la calzada
    la calzada
    • calzada [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. la calzada
    el trayecto; el barrio; el paso; la trayectoria; la calzada; la ronda; el turno; el barrote; la carretera
    • trayecto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barrio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • paso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • trayectoria [la ~] zelfstandig naamwoord
    • calzada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ronda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • turno [el ~] zelfstandig naamwoord
    • barrote [el ~] zelfstandig naamwoord
    • carretera [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. la calzada
    el camino; el sendero; el paso; la carretera; la calzada; la cañada; la pisada; la senda; el camino rural; la vereda; el camino vecinal
  5. la calzada
    el carril; la vía; la calzada
    • carril [el ~] zelfstandig naamwoord
    • vía [la ~] zelfstandig naamwoord
    • calzada [la ~] zelfstandig naamwoord
  6. la calzada
    el camino; el sendero; la senda; la calzada; la vereda; la cañada; la pisada
    • camino [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sendero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • senda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • calzada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vereda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cañada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pisada [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante synoniemen voor calzada