Spaans

Uitgebreide synoniemen voor convenio in het Spaans

convenio:

convenio [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el convenio
    el tratado; el acuerdo; el compromiso; el arreglo; el convenio; el contrato; el permiso; el acorde; la disposición; el pacto; la ratificación
  2. el convenio
    el contrato; el convenio; el acuerdo; el tratado; el pacto
    • contrato [el ~] zelfstandig naamwoord
    • convenio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • acuerdo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tratado [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pacto [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. el convenio
    el arreglo; el convenio
    • arreglo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • convenio [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. el convenio
    el acuerdo; el convenio
    • acuerdo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • convenio [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. el convenio
    la igualdad; el acuerdo; el parecido; el convenio; el contrato; la conformidad; la armonía; el pacto; la viva imagen; el tratado; la correspondencia; la semejanza; la parábola; la réplica; la similitud; el vivo retrato
  6. el convenio
    la carta; el convenio; el pacto; el contrato
    • carta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • convenio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pacto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • contrato [el ~] zelfstandig naamwoord
  7. el convenio
    el convenio; la aprobación; el permiso; el pase; la explicación; la liga; la licencia; la autorización; el consentimiento; el pacto; la escolta; la certificación; el salvoconducto
  8. el convenio
    el acuerdo; la ratificación; el convenio; la autorización; el consentimiento

Verwante woorden van "convenio":

  • convenios

Alternatieve synoniemen voor "convenio":


Verwante synoniemen voor convenio