Spaans

Uitgebreide synoniemen voor corte in het Spaans

corte:

corte [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el corte
    el corte; la rebanada de pan; el bocadillo; la cortada; la cuchillada; la entalladura
  2. el corte
    el corte
    • corte [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. el corte
    el la forma de un modelo; el corte; la forma
  4. el corte
    la rebanada de pan; la cortadura; el corte; la rebanada; el tajo; la incisión
  5. el corte
    el corte; la parte inferior; la parte de abajo; la posaderas; el cuarto trasero; la parte de atrás
  6. el corte
    la parte inferior; el bache; el corte; la parte de abajo; el agujero; la brecha; el boquete; la asentaderas; el cuarto trasero
  7. el corte
    el corte; el recorte
    • corte [el ~] zelfstandig naamwoord
    • recorte [el ~] zelfstandig naamwoord
  8. el corte
    el corte; el cerrojo; el pestillo; la tapa corrediza; el cierre; el pasador; el papirotazo
  9. el corte
    la incisión; la cuchillada; la cesura; el corte; la muesca; la entalladura
  10. el corte
    el filo; la mella; la muesca; la cesura; la entalladura; el corte; la rebanada; la cortada; el tajo; la tajada; la cuchillada; la cortadura; la incisión; el chirlo; la quebradura; la escopleadura
    • filo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • mella [la ~] zelfstandig naamwoord
    • muesca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cesura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • entalladura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • corte [el ~] zelfstandig naamwoord
    • rebanada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cortada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tajo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tajada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cuchillada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cortadura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • incisión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • chirlo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • quebradura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • escopleadura [la ~] zelfstandig naamwoord
  11. el corte
    el corte; la poda; el recorte; la deshonra; el deshonor; la reducción de los gastos; el recorte salarial; el cercenamiento; la reducción salarial
  12. el corte
    el corte; la poda; el recorte; la reducción salarial; el cercenamiento; el recorte salarial; la reducción de los gastos
  13. el corte
    el corte; la sección
    • corte [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sección [la ~] zelfstandig naamwoord
  14. el corte
    el corte; el modelo; el cortecito
    • corte [el ~] zelfstandig naamwoord
    • modelo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cortecito [el ~] zelfstandig naamwoord

corte [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la corte
    el patio interior; la corte; el patio; el corral
    • patio interior [el ~] zelfstandig naamwoord
    • corte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • patio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • corral [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. la corte
    la corte; la cort reál
    • corte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cort reál [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. la corte
    la corte; el cuadrilátero; la corte de apelación

Verwante woorden van "corte":


Alternatieve synoniemen voor "corte":


Verwante synoniemen voor corte