Spaans

Uitgebreide synoniemen voor destreza in het Spaans

destreza:

destreza [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la destreza
    la destreza; la aptitud; la experiencia; la presteza
  2. la destreza
    la habilidad; la destreza; el conocimientos; el saber; el arte; la pericia; la experiencia; el talento
  3. la destreza
    la batalla; el golpe; la pelea; la mano; la habilidad; la destreza; la baza; el pelotazo; la lucha; la guerra; la contienda; el combate
    • batalla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • golpe [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pelea [la ~] zelfstandig naamwoord
    • mano [la ~] zelfstandig naamwoord
    • habilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • destreza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • baza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pelotazo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • lucha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • guerra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • contienda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • combate [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. la destreza
    la guerra; el combate; la lucha; la batalla; la contienda; la destreza
    • guerra [la ~] zelfstandig naamwoord
    • combate [el ~] zelfstandig naamwoord
    • lucha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • batalla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • contienda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • destreza [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. la destreza
    la destreza
  6. la destreza
    la experiencia; la habilidad; la práctica; la destreza; la rutina

Verwante woorden van "destreza":

  • destrezas

Alternatieve synoniemen voor "destreza":


Verwante synoniemen voor destreza