Home ->Woordenboeken ->Spaans/Spaans ->Vertaal engañador

Synoniemen voor "engañador" in het Spaans

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

engañador:
- estafador; engañador; defraudador; embustero; tramposo; impostor; embaucador; timador; sablista; trampista; mentiroso; mentirosa; embustera
- mentiroso; falso; sospechoso; engañoso; no digno de confianza; traidor; fraudulento; engañador; no fidedigno; poco fiable

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor engañador in het Spaans

engañador:

engañador [el ~] zelfstandig naamwoord

el engañador
el estafador; el engañador; el defraudador; el embustero
- estafador [el ~] zelfstandig naamwoord
- engañador [el ~] zelfstandig naamwoord
- defraudador [el ~] zelfstandig naamwoord
- embustero [el ~] zelfstandig naamwoord
el engañador
el tramposo; el estafador; el embustero; el impostor; el embaucador; el timador; el engañador; el defraudador; el sablista; el trampista
- tramposo [el ~] zelfstandig naamwoord
- estafador [el ~] zelfstandig naamwoord
- embustero [el ~] zelfstandig naamwoord
- impostor [el ~] zelfstandig naamwoord
- embaucador [el ~] zelfstandig naamwoord
- timador [el ~] zelfstandig naamwoord
- engañador [el ~] zelfstandig naamwoord
- defraudador [el ~] zelfstandig naamwoord
- sablista [el ~] zelfstandig naamwoord
- trampista [el ~] zelfstandig naamwoord
el engañador
el trampista; el mentiroso; la mentirosa; el tramposo; el estafador; el embustero; el impostor; el embaucador; la embustera; el engañador; el defraudador
- trampista [el ~] zelfstandig naamwoord
- mentiroso [el ~] zelfstandig naamwoord
- mentirosa [la ~] zelfstandig naamwoord
- tramposo [el ~] zelfstandig naamwoord
- estafador [el ~] zelfstandig naamwoord
- embustero [el ~] zelfstandig naamwoord
- impostor [el ~] zelfstandig naamwoord
- embaucador [el ~] zelfstandig naamwoord
- embustera [la ~] zelfstandig naamwoord
- engañador [el ~] zelfstandig naamwoord
- defraudador [el ~] zelfstandig naamwoord

engañador bijvoeglijk naamwoord

engañador
mentiroso; falso; sospechoso; engañoso; no digno de confianza; traidor; fraudulento; engañador; no fidedigno; poco fiable
- mentiroso bijvoeglijk naamwoord
- falso bijvoeglijk naamwoord
- sospechoso bijvoeglijk naamwoord
- engañoso bijvoeglijk naamwoord
- no digno de confianza bijvoeglijk naamwoord
- traidor bijvoeglijk naamwoord
- fraudulento bijvoeglijk naamwoord
- engañador bijvoeglijk naamwoord
- no fidedigno bijvoeglijk naamwoord
- poco fiable bijvoeglijk naamwoord

Verwante woorden van "engañador":

engañadora, engañadoras, engañadores

Alternatieve synoniemen voor "engañador":

engatusador; camelador; embaucador; lisonjero; embelecador; llante
falluto; falso; hipócrita; informal; macaneador; cuentista; embustero