Home ->Woordenboeken ->Spaans/Spaans ->Vertaal fin

Synoniemen voor "fin" in het Spaans

Overzicht
Spaans Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. fin:

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor fin in het Spaans

fin:

fin [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el fin
    el fin; la finalización; el final; el término; la clausura; la conclusión; el desenlace
  2. el fin
    el fin
    • fin [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. el fin
    el objetivo; la meta; la apuesta; la intencion; el fin; el gol
    • objetivo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • meta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • apuesta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • intencion [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fin [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gol [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. el fin
    el final; el fin; el término
    • final [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fin [el ~] zelfstandig naamwoord
    • término [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. el fin
    el objetivo; el fin
    • objetivo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fin [el ~] zelfstandig naamwoord
  6. el fin
    el punto final; la cinta de llegada; el fin; el afinado; la llegada; la marca; el acabado; el final; la terminación; el barniz; la línea de llegada
  7. el fin
    la intencion; el plan; el objetivo; el fin; el objeto; la meta; el proyecto; el gol
    • intencion [la ~] zelfstandig naamwoord
    • plan [el ~] zelfstandig naamwoord
    • objetivo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fin [el ~] zelfstandig naamwoord
    • objeto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • meta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • proyecto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gol [el ~] zelfstandig naamwoord
  8. el fin
    la tumba; el fin; la muerte; el hoyo; la fosa; la sepultura; la hoya; el sepulcro; el panteón; la cripta; la cámara ardiente; el sarcófago; la cámara sepulcral; la cámara mortuaria
  9. el fin
    la cerraja; la fortaleza; la cerradura; el fuerte; el fin; el castillo; la ciudadela
    • cerraja [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fortaleza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cerradura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fuerte [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fin [el ~] zelfstandig naamwoord
    • castillo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ciudadela [la ~] zelfstandig naamwoord
  10. el fin
    la conclusión; el fin; el desenlace; la finalización; la contemplación final; el final; la cerradura; la terminación
  11. el fin
    el cumplimiento; el fin; la terminación
  12. el fin
    el propósito; el objetivo; el fin; la meta; el proyecto; el objeto; el plan; el gol; la intención
    • propósito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • objetivo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fin [el ~] zelfstandig naamwoord
    • meta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • proyecto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • objeto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • plan [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gol [el ~] zelfstandig naamwoord
    • intención [la ~] zelfstandig naamwoord
  13. el fin
    la meta; el objetivo; el proyecto; el fin; el propósito; el plan; el gol
    • meta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • objetivo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • proyecto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fin [el ~] zelfstandig naamwoord
    • propósito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • plan [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gol [el ~] zelfstandig naamwoord
  14. el fin
    el extremo; el cabo; el fin; el final; el término; la punta; la extremidad
    • extremo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cabo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fin [el ~] zelfstandig naamwoord
    • final [el ~] zelfstandig naamwoord
    • término [el ~] zelfstandig naamwoord
    • punta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • extremidad [la ~] zelfstandig naamwoord
  15. el fin
    la muerte; el fin; la parada; la tumba; el hoyo; la fosa; la sepultura; la hoya; el sepulcro; la cripta
    • muerte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fin [el ~] zelfstandig naamwoord
    • parada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tumba [la ~] zelfstandig naamwoord
    • hoyo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fosa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sepultura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • hoya [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sepulcro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cripta [la ~] zelfstandig naamwoord
  16. el fin
    la meta; el blanco; el objeto; el fin; el objetivo; el gol
    • meta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • blanco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • objeto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fin [el ~] zelfstandig naamwoord
    • objetivo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gol [el ~] zelfstandig naamwoord
  17. el fin
    el fuerte; la torre; la plaza fuerte; la fortaleza; la fortificación; el cierre; el castillo; el final; la ciudadela; el roque; el fin; la cerradura

Verwante woorden van "fin":

  • fines

Alternatieve synoniemen voor "fin":


Verwante synoniemen voor fin







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0439 seconde
Page rendered in 1.0 seconds