Home ->Woordenboeken ->Spaans/Spaans ->Vertaal flojedad

Synoniemen voor "flojedad" in het Spaans

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

flojedad:
- flojedad; debilidad; baja; fracaso; crisis; bache; depresión; bajón; bajones; blandenguería
- debilidad; fatiga; flojera; fragilidad; flojedad; estupidez; inactividad
- flojera; mal gusto; flaqueza; flojedad; insipidez; sosería

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor flojedad in het Spaans

flojedad:

flojedad [la ~] zelfstandig naamwoord

la flojedad
la flojedad; la debilidad
- flojedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- debilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
la flojedad
la baja; el fracaso; la crisis; el bache; la depresión; el bajón; la flojedad; el bajones
- baja [la ~] zelfstandig naamwoord
- fracaso [el ~] zelfstandig naamwoord
- crisis [la ~] zelfstandig naamwoord
- bache [el ~] zelfstandig naamwoord
- depresión [la ~] zelfstandig naamwoord
- bajón [el ~] zelfstandig naamwoord
- flojedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- bajones [el ~] zelfstandig naamwoord
la flojedad
la flojedad; la blandenguería
- flojedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- blandenguería [la ~] zelfstandig naamwoord

flojedad [el ~] zelfstandig naamwoord

el flojedad
la debilidad; la fatiga; la flojera; la fragilidad; el flojedad; la estupidez; la inactividad
- debilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- fatiga [la ~] zelfstandig naamwoord
- flojera [la ~] zelfstandig naamwoord
- fragilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- flojedad [el ~] zelfstandig naamwoord
- estupidez [la ~] zelfstandig naamwoord
- inactividad [la ~] zelfstandig naamwoord

flojedad [la ~] zelfstandig naamwoord

la flojedad
la flojera; el mal gusto; la flaqueza; la flojedad; la insipidez; la sosería
- flojera [la ~] zelfstandig naamwoord
- mal gusto [el ~] zelfstandig naamwoord
- flaqueza [la ~] zelfstandig naamwoord
- flojedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- insipidez [la ~] zelfstandig naamwoord
- sosería [la ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "flojedad":

atonía; astenia; debilidad; cansancio; agotamiento; decaimiento; desfallecimiento; postración; lasitud
astenia; debilidad; decaimiento; flojera; lasitud; cansancio
enervación; enervamiento; debilitamiento; agotamiento; postración; fatiga
abatimiento; agobio; desmayo; desaliento; descorazonamiento; languidez
lenidad; blandura; benevolencia; flexibilidad; suavidad; dulzura; sosiego; moderación; elasticidad; ductilidad; maleabilidad; flacidez; inconsistencia; afabilidad; benignidad; bondad; delicadeza; indolencia; mansedumbre; ternura; flema