Spaanse synoniemen van friolera, ander woord voor friolera

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

friolera:
- friolera; bagatela; fruslería; naderia; friolero; nimiedad; nadería; insignificancia; pequeño regalo; tontería; cosita; futulidad
friolero:
- friolero; friolento
- friolera; friolero

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor friolera in het Spaans

la friolera
la friolera; la bagatela; la fruslería
- friolera [la ~] zelfstandig naamwoord
- bagatela [la ~] zelfstandig naamwoord
- fruslería [la ~] zelfstandig naamwoord
la friolera
la friolera; la naderia
- friolera [la ~] zelfstandig naamwoord
- naderia [la ~] zelfstandig naamwoord
la friolera
la friolera; el friolero
- friolera [la ~] zelfstandig naamwoord
- friolero [el ~] zelfstandig naamwoord
la friolera
la nimiedad; la friolera; la bagatela; la nadería; la insignificancia
- nimiedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- friolera [la ~] zelfstandig naamwoord
- bagatela [la ~] zelfstandig naamwoord
- nadería [la ~] zelfstandig naamwoord
- insignificancia [la ~] zelfstandig naamwoord
la friolera
el pequeño regalo; la friolera
- pequeño regalo [el ~] zelfstandig naamwoord
- friolera [la ~] zelfstandig naamwoord
la friolera
la bagatela; la nadería; la tontería; la cosita; la friolera; la nimiedad; la fruslería; la futulidad; la insignificancia
- bagatela [la ~] zelfstandig naamwoord
- nadería [la ~] zelfstandig naamwoord
- tontería [la ~] zelfstandig naamwoord
- cosita [la ~] zelfstandig naamwoord
- friolera [la ~] zelfstandig naamwoord
- nimiedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- fruslería [la ~] zelfstandig naamwoord
- futulidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- insignificancia [la ~] zelfstandig naamwoord

friolero
friolero; friolento
- friolero bijvoeglijk naamwoord
- friolento bijvoeglijk naamwoord

el friolero
la friolera; el friolero
- friolera [la ~] zelfstandig naamwoord
- friolero [el ~] zelfstandig naamwoord