Spaans

Uitgebreide synoniemen voor nicho in het Spaans

nicho:

nicho [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el nicho
    el nicho; el hueco; la calla; la cueva; la hoyo; la guarida; la caverna; la excavación; la cavidad; la oquedad; el cubil; el escondrijo; la concavidad; el ahuecamiento; el espacio vacío; el entorno natural
  2. el nicho
    el nicho; la cavidad; el hueco; la estufa; el hoyo; la concavidad
    • nicho [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cavidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • hueco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • estufa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • hoyo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • concavidad [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. el nicho
    el nicho; el hueco; la cavidad; la oquedad; el ahuecamiento
    • nicho [el ~] zelfstandig naamwoord
    • hueco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cavidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • oquedad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ahuecamiento [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "nicho":

  • nichos

Alternatieve synoniemen voor "nicho":

  • hornacina

Verwante synoniemen voor nicho