Spaans

Uitgebreide synoniemen voor pérdidas in het Spaans

pérdidas:

pérdidas [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la pérdidas
    el perjuicios; el daños; la pérdidas

Verwante woorden van "pérdidas":


pérdida:

pérdida [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la pérdida
    la pérdida; la derrota; la caída
    • pérdida [la ~] zelfstandig naamwoord
    • derrota [la ~] zelfstandig naamwoord
    • caída [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. la pérdida
    la pérdida; la derrota; la perdición; la ruina
    • pérdida [la ~] zelfstandig naamwoord
    • derrota [la ~] zelfstandig naamwoord
    • perdición [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ruina [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. la pérdida
    la pérdida; la derrota
    • pérdida [la ~] zelfstandig naamwoord
    • derrota [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. la pérdida
    el fracaso; la derrota; el fallo; el fiasco; la pérdida; el descalabro; el chasco; el malogro; el desacierto; el debacle
    • fracaso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • derrota [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fallo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fiasco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pérdida [la ~] zelfstandig naamwoord
    • descalabro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • chasco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • malogro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • desacierto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • debacle [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. la pérdida
    la gotera; el agujero; la fuga; la pérdida; el escape; la filtración
    • gotera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agujero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fuga [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pérdida [la ~] zelfstandig naamwoord
    • escape [el ~] zelfstandig naamwoord
    • filtración [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "pérdida":


Alternatieve synoniemen voor "pérdida":


Verwante synoniemen voor pérdidas