Spaans

Uitgebreide synoniemen voor plata in het Spaans

plata:

plata [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la plata
    la plata
    • plata [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. la plata
    el céntimos; la plata; la guita; el dinero; el recursos; la monedas; el céntimo
    • céntimos [el ~] zelfstandig naamwoord
    • plata [la ~] zelfstandig naamwoord
    • guita [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dinero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • recursos [el ~] zelfstandig naamwoord
    • monedas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • céntimo [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. la plata
    el dinero; el pasta; el recursos; la mosca; la pelas; la plata; la moneda; el céntimos
    • dinero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pasta [el ~] zelfstandig naamwoord
    • recursos [el ~] zelfstandig naamwoord
    • mosca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pelas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • plata [la ~] zelfstandig naamwoord
    • moneda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • céntimos [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "plata":


Alternatieve synoniemen voor "plata":


plata vorm van plato:

plato [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el plato
    el plato; la comida; el guiso; el alimento
    • plato [el ~] zelfstandig naamwoord
    • comida [la ~] zelfstandig naamwoord
    • guiso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • alimento [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. el plato
    la cartelera; la pancarta; el plato; el letrero; el encerado
    • cartelera [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pancarta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • plato [el ~] zelfstandig naamwoord
    • letrero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • encerado [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. el plato
    el plato
    • plato [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. el plato
    el comedero; el plato
    • comedero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • plato [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. el plato
    el bote; la puesta; el plato; la banca
    • bote [el ~] zelfstandig naamwoord
    • puesta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • plato [el ~] zelfstandig naamwoord
    • banca [la ~] zelfstandig naamwoord
  6. el plato
    la corteza; la envoltura; el caparazón; la piel; el peso; el plato; la bandeja; la concha; la capa; el estuche; la funda; la vaina; el tapón; la cáscara; el casquillo; el cubrimiento; la cápsula
    • corteza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • envoltura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • caparazón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • piel [la ~] zelfstandig naamwoord
    • peso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • plato [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bandeja [la ~] zelfstandig naamwoord
    • concha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • capa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • estuche [el ~] zelfstandig naamwoord
    • funda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vaina [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tapón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cáscara [la ~] zelfstandig naamwoord
    • casquillo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cubrimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cápsula [la ~] zelfstandig naamwoord
  7. el plato
    el plato; el recipiente; el comedero

Verwante woorden van "plato":


Verwante synoniemen voor plata