Spaans

Uitgebreide synoniemen voor profesora in het Spaans

profesora:

profesora [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la profesora
    la profesora
  2. la profesora
    la profesora; la educadora; la instructora; la maestra
  3. la profesora
    el profesor; el docente; la profesora; el mentor; el maestro; el educador; el pedagogo; el instructor
  4. la profesora
    el profesor de la enseñanza básica; la profesora; el maestro; la tía
  5. la profesora
    la guía; la profesora particular; la profesora; la preceptora; la mentor; la educadora; la pedagoga; la preparadora

Verwante woorden van "profesora":


profesor:

profesor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el profesor
    el profesor; el docente; la profesora; el mentor; el maestro; el educador; el pedagogo; el instructor
  2. el profesor
    el profesor; el maestro; el docente
    • profesor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • maestro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • docente [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. el profesor
    el señor; el caballero; el maestro; el hombre; el dueño; el rey; el soberano; el profesor; el docente
    • señor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • caballero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • maestro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • hombre [el ~] zelfstandig naamwoord
    • dueño [el ~] zelfstandig naamwoord
    • rey [el ~] zelfstandig naamwoord
    • soberano [el ~] zelfstandig naamwoord
    • profesor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • docente [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "profesor":


Alternatieve synoniemen voor "profesor":


Verwante synoniemen voor profesora