Home ->Woordenboeken ->Spaans/Spaans ->Vertaal sencillez

Synoniemen voor "sencillez" in het Spaans

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

sencillez:
- simpleza; sencillez; ingenuidad; simplicidad; discreción; humildad; modestia; sobriedad; modicidad; frugalidad; parquedad; inocencia; candidez; carácter infantil

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor sencillez in het Spaans

sencillez:

sencillez [la ~] zelfstandig naamwoord

la sencillez
la simpleza; la sencillez; la ingenuidad; la simplicidad
- simpleza [la ~] zelfstandig naamwoord
- sencillez [la ~] zelfstandig naamwoord
- ingenuidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- simplicidad [la ~] zelfstandig naamwoord
la sencillez
la sencillez; la discreción; la humildad; la modestia; la sobriedad; la modicidad
- sencillez [la ~] zelfstandig naamwoord
- discreción [la ~] zelfstandig naamwoord
- humildad [la ~] zelfstandig naamwoord
- modestia [la ~] zelfstandig naamwoord
- sobriedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- modicidad [la ~] zelfstandig naamwoord
la sencillez
la modestia; la sencillez; la frugalidad; la sobriedad; la parquedad
- modestia [la ~] zelfstandig naamwoord
- sencillez [la ~] zelfstandig naamwoord
- frugalidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- sobriedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- parquedad [la ~] zelfstandig naamwoord
la sencillez
la inocencia; la sencillez; la ingenuidad; la candidez; el carácter infantil
- inocencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- sencillez [la ~] zelfstandig naamwoord
- ingenuidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- candidez [la ~] zelfstandig naamwoord
- carácter infantil [el ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "sencillez":

familiaridad; llaneza; naturalidad; franqueza; espontaneidad; frescura; campechanía; confianza
libertad; sinceridad
lisura