Spaans

Uitgebreide synoniemen voor sillones in het Spaans

sillones:

sillones [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el sillones
    el asientos; el sillones; la butacas
  2. el sillones
    el asientos; el sillones; el taburetes
  3. el sillones
    el asientos; el mimbre; el sillones; el taburetes
  4. el sillones
    el asientos; la butacas; el sillones; la sedes; el escaños; el sofás
    • asientos [el ~] zelfstandig naamwoord
    • butacas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sillones [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sedes [la ~] zelfstandig naamwoord
    • escaños [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sofás [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "sillones":


sillón:

sillón [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el sillón
    la silla; el sillón; el asiento; el asiento delantero; la butaca
  2. el sillón
    la sesión; el asiento; la silla; el sillón; el banco; la butaca; la plaza
    • sesión [la ~] zelfstandig naamwoord
    • asiento [el ~] zelfstandig naamwoord
    • silla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sillón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • banco [el ~] zelfstandig naamwoord
    • butaca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • plaza [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. el sillón
    la poltrona; el asiento; el sillón; la sede; el trono; el escaño; la silla para el salón
  4. el sillón
    el escaño; la butaca; el sillón; el asiento; la poltrona; la silla para el salón
  5. el sillón
    el sofá; el sillón
    • sofá [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sillón [el ~] zelfstandig naamwoord
  6. el sillón
    el sillón
    • sillón [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "sillón":


Alternatieve synoniemen voor "sillón":


Verwante synoniemen voor sillones