Home ->Woordenboeken ->Spaans/Spaans ->Vertaal tontería

Synoniemen voor "tontería" in het Spaans

Overzicht
Spaans Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. tontería:

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor tontería in het Spaans

tontería:

tontería [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la tontería
    la tontería; la picardía; la bribonada
  2. la tontería
    el estupidez; el disparate; el contrasentido; la gansadas; la tontería; la tonterías; el absurdo; el desatino; la bobadas; la cháchara; la tontera; la tonteras; el desvaríos; la idioteces; el carácter disparatado
  3. la tontería
    la tontería; la bobada; la necedad; la majadería; la nadería
  4. la tontería
    la furia; la rabia; la tontería; el disparate
    • furia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rabia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tontería [la ~] zelfstandig naamwoord
    • disparate [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. la tontería
    la tontería; la estupidez; la insipidez; la futilidad; la nadería; la insignificancia
  6. la tontería
    la locura; la tontería; el estupidez; el absurdo; el disparate; la demencia; el desatino; la enfermo mental; el trastorno mental; la chifladura; la enajenación mental; la perturbación mental; la alienación mental
  7. la tontería
    la bofetada; el golpe; la tontería; la tonterías; la habladuría
  8. la tontería
    la broma; la locura; la tontería; la tonterías; la bromas; el cachondeo; la guasa
    • broma [la ~] zelfstandig naamwoord
    • locura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tontería [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tonterías [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bromas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cachondeo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • guasa [la ~] zelfstandig naamwoord
  9. la tontería
    el jubón; la tontería
    • jubón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tontería [la ~] zelfstandig naamwoord
  10. la tontería
    la tontería; la vaina; la bagatela; la futilidad
  11. la tontería
    la bagatela; la nadería; la tontería; la cosita; la friolera; la nimiedad; la fruslería; la futulidad; la insignificancia
  12. la tontería
    la tontería; la estupidez; la imprudencia; la necedad; la tontada; la majadería
  13. la tontería
    la tontería; la bobada
    • tontería [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bobada [la ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "tontería":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0483 seconde
Page rendered in 1.0 seconds